18 Juni 2014
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op vrijdag 13 juni uitspraak gedaan over het verzoek van de gemeente tot het opheffen van de schorsing voor het project aanleg HOV-viaduct aan de Van Sijpesteijnkade. De voorzitter heeft het verzoek om opheffing van de schorsing afgewezen.
De gemeente had om opheffing van de schorsing verzocht, zodat alle werkzaamheden doorgang konden vinden. De voorzitter is bereid een nieuw verzoek van de gemeente tot opheffing van de schorsing te bezien wanneer de inhoudelijke behandeling van het beroep aan de orde is.
Inhoudelijk behandeling op 3 september 2014
Tot de inhoudelijke uitspraak van de Raad van State, start de gemeente niet met de bouw van het HOV-viaduct. De gemeente kan wel doorgaan met een aantal conditionerende werkzaamheden zoals het doortrekken van een deel van de Leidsche Rijn en het verbeteren van de doorgaande fietsroute langs de Van Sijpesteijnkade. Ook gaat de gemeente door met het gunningsproces. De inhoudelijk behandeling van de beroepen vinden plaats op 3 september 2014. De uitspraak in de hoofdzaak wordt niet eerder verwacht dan op 15 oktober 2014.
De verdere gevolgen
Op dit moment worden er verschillende scenario’s uitgedacht op basis van drie maanden, zes maanden of een jaar vertraging. In overleg met de Project Organisatie Uithoflijn (POUHL), het Bestuur Regio Utrecht (BRU) en ProRail wordt gekeken of de ingebruikname van de Uithoflijn per 1 januari 2018 nog realistisch is met het oog op publieke procedures, uitvoeringsplanning en risicobeheersing. Ook zal de gemeente deze afweging moeten afstemmen met de andere private ontwikkelingen in het Stationsgebied. Het gaat hier om een complexe uitvoeringsplanning problematiek. Na de zomer zal het college de raad over de uitwerking van de scenario’s en de financiële gevolgen verder informeren.