Plan van aanpak Utrechtse fietsparkeeropgave

5 November 2010

Het college van B&W stemt in met het maken van een plan van aanpak dat een kostendekkende oplossing moet vinden voor de enorme fietsparkeeropgave bij de nieuwe openbaar vervoerterminal Utrecht Centraal.

Op het grootste OV-knooppunt van Nederland moeten de komende jaren ruim 22.000 duurzame, aantrekkelijke en sociaal veilige fietsparkeerplaatsen worden gerealiseerd. Zowel de schaalgrootte als de ruimtelijke inpassing maken dat Utrecht voor een unieke fietsparkeeropgave staat. Het college van B&W stemt in met het maken van een plan van aanpak dat een oplossing moet vinden voor de enorme fietsparkeeropgave bij de nieuwe openbaar vervoerterminal Utrecht Centraal. Dit past volledig in de ambitie om van Utrecht de OV- en fietsstad van Nederland te maken.

Werkgroep
De komende maanden gaat een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers vanuit het Rijk, NS, ProRail en gemeente met het plan van aanpak aan de slag. Hierbij worden bewoners en belangenorganisaties in de stad geïnformeerd en om advies gevraagd. In het plan staat het realiseren van een duurzaam, beheersbaar en kostendekkend fietsparkeersysteem op basis van 22.000 inpandige fietsparkeerplaatsen centraal. De verwachting is dat het plan aan het einde van het eerste kwartaal 2011 gereed is waarna een besluit kan worden genomen over de fietsparkeerorganisatie. Uitgangspunten in het plan zijn:
• alle 22.000 parkeerplaatsen worden inpandig gerealiseerd;
• de nieuwe stallingen worden aangepast aan nieuwe veiligheids- en kwaliteitseisen;
• kosten voor stengere handhaving op wildparkeren op straat maken onderdeel uit van het plan;
• het plan moet financieel sluitend zijn.

Inpandig parkeren
Vanwege de beperkte ruimte en de door de gemeente gewenste hoge verblijfskwaliteit van de straten en pleinen in het Stationsgebied, is ervoor gekozen alle parkeerplaatsen inpandig te realiseren. Verspreid over vijf grote fietsenstallingen rondom de nieuwe OV-terminal Utrecht Centraal. De keuze voor het inpandig realiseren van alle fietsparkeerplaatsen heeft gevolgen voor het ontwerp van de fietsenstallingen enerzijds en de organisatie en financiering van het beheer anderzijds. Het bestaande programma van eisen voor fietsenstallingen is met name op het gebied van sociale veiligheid te beperkt voor de enorme omvang van de Utrechtse fietsparkeeropgave. Zo zal er gebruik gemaakt worden van bredere en dubbellaagse rekken, waardoor er bredere gangpaden en hogere plafonds nodig zijn. Ook blijkt het traditionele onderscheid tussen betaald en onbetaald parkeren niet goed meer houdbaar op het moment dat alle fietsenstallingen inpandig gerealiseerd worden. Om het wildparkeren van fietsen op straten en pleinen zoveel mogelijk te voorkomen moet er naast een uitgebreide bewustwordingscampagne, ook strenger worden gehandhaafd.

Kostendekkend
Aanpassingen in ontwerp en inrichting van de stallingen, het beheer en de extra handhaving op wildparkeren op straat kennen een fors kostenplaatje. Hiervan is slechts een beperkt deel op dit moment gedekt. De 22.000 fietsparkeerplaatsen dienen straks kostendekkend gerealiseerd te zijn en beheerd te worden. Dekking hiervoor kan ondermeer gevonden worden door externe financiering, de nieuwe stallingen commerciëler te exploiteren of door het invoeren van verschillende parkeerregimes op basis van betaald parkeren. De werkgroep onderzoekt alle mogelijkheden de komende maanden. Gedurende deze onderzoeksfase worden de inwoners van de stad niet geconfronteerd met nieuwe maatregelen voor het stallen van hun fiets in het Stationsgebied.

Dowload hier de notitie 'fietsparkeren Stationsgebied'. De bijlage bij het door het college van B&W genomen besluit.

Seperaat heeft het college ingestemd met een planwijziging voor Stationsplein Oost met daaronder een fietsenstalling waar 12.500 van de 22.000 fietsparkeerplaatsen worden gerealiseerd.